1. 1. Plaats, indien aanwezig, de roestvrij stalen vulplaatjes (punt 12) correct terug op de achterkant van de remblokken (punt 8); vervang ze indien nodig.
De vulplaatjes zijn correct geplaatst wanneer de twee lippen (punt 13) stevig op de bovenste rand van de achterkant van de remblokken steunen en wanneer de op de plaatjes aangegeven pijlen in de draairichting van de remschijf wijzen.
2. Monteer eventuele veren in hun zittingen.
3. Plaats de remblokken (punt 8) correct terug in hun zittingen en zorg ervoor dat eventueel op de blokken aangegeven pijlen (punt 14) in de draairichting van de remschijf wijzen.
4. Als er apparatuur op de remblokken gemonteerd moet worden, moet de nieuwe apparatuur (punt 15) gemonteerd worden op de zuigers (punt 16).
WAARSCHUWING! Controleer de correcte plaatsing van eventuele veren in de zittingen van de remblokken.
GEVAAR! Remblokken moeten met het frictiemateriaal naar de schijf toe geplaatst worden.
Volg, op basis van het type remklauw, de hieronder beschreven procedure.
a) Remklauw met borgpennen remblok
- Plaats één van de pennen (punt 5) terug in de betreffende zittingen in de remklauw en de remblokken en gebruik voor de plaatsing een hamer en een pendrijver. Een pen is correct geplaatst als hij niet verder kan en als het geluid van de hamerslag sterker en metaalachtig klinkt.
- Plaats de veer (punt 4) terug en neem de richting van eventuele pijlen in acht.
- Plaats eventuele andere pennen (punt 3) terug door met één hand een stevige druk op de veer uit te oefenen; gebruik vervolgens een hamer en een pendrijver.
- Controleer of de veer correct geplaatst is.
- Voor modellen voorzien van veiligheidssplitpennen (punt 2) moeten deze met een tang worden teruggeplaatst.
b) Remklauw met centrale pen
- Plaats de veer (punt 17).
- Plaats de pen (punt 7) terug in de betreffende zitting op de remklauw door met één hand een stevige druk op de veer uit te oefenen; gebruik vervolgens een hamer en een pendrijver.
OPGELET! Controleer of de pen correct geplaatst is in de zitting aangegeven op afbeelding U en zich op het steunvlak bevindt.
- Gebruik een pijpsleutel, draai de bevestigingsschroef (punt 6) vast, zonder hem volledig aan te scherpen.
WAARSCHUWING! De bevestigingsschroef is zelfborgend en heeft een grotere weerstand dan normale schroeven.
Gebruik een momentsleutel en scherp de bevestigingsschroef (punt 6) aan naar het aanhaalmoment aangegeven in de volgende tabel:
Ontluchtingsplug |
M8x1,25 |
Aanhaalmoment |
27÷33 Nm |
5. Reinig het remvlak (punt 18) op de schijf (punt 19) en de steunoppervlakken van de remklauw op de beugel van de naaf met gebruik van een ontvetter (bijv. oplosmiddel SE 47).
6. Plaats de remklauw op de beugel van de naaf en plaats de schijf (punt 19) tussen de remblokken.
7. Scherp de bevestigingsschroeven aan met een steeksleutel, naar het door de fabrikant van het voertuig aanbevolen aanhaalmoment.
8. Gebruik anders ter referentie de volgende aanbevolen aanhaalmomenten:
Type schroef |
M12x1,25 M12x1,5 M12x1,75 M14x1,5 |
Aanhaalmoment |
100 Nm 115 Nm 115 Nm 165 Nm |
9. Sluit de kabel van de slijtage-indicator, indien aanwezig, weer aan op de klem in het voertuig en maak hem vast in eventuele bevestigingen op het chassis en de remklauw.
10. Sluit de toevoerleiding van remvloeistof (punt 10) weer aan.
11. Verwijder de eerder in de passagiersruimte aangebrachte afstandshouder, waardoor het rempedaal wordt vrijgegeven en dus het circuit weer wordt geopend.
12. Verwijder de beschermende dop (punt 20) en sluit een transparante slang aan op de ontluchtingsplug (punt 21) op de remklauw; het andere uiteinde van de slang moet geplaatst worden in een bak voor het opvangen van eventuele vloeistof.
13. Open de ontluchtingsplug (punt 21).
14. Trap het rempedaal herhaaldelijk in, tot de remvloeistof uit de ontluchtingsplug begint te stromen.
15. Houd het rempedaal ingetrapt en sluit de ontluchtingsplug. Laat het pedaal los, wacht enkele seconden en herhaal het proces dan tot er vloeistof zonder luchtbellen naar buiten stroomt en tot de gebruikelijke weerstand en slag van het rempedaal zijn hersteld.
16. Draai de ontluchtingsplug dicht en scherp aan naar het aanhaalmoment aangegeven in de onderstaande tabel:
Ontluchtingsplug |
M6x1 M8x1,25 M10x1 M12x1 |
Aanhaalmoment |
5÷7 Nm 7÷10 Nm 17÷20 Nm 18÷22 Nm |
17. Verwijder de transparante slang en plaats de beschermende dop terug op de ontluchtingsplug.
18. Herhaal de ontluchtingsprocedure voor eventuele andere ontluchtingspluggen.
19. Na het ontluchtingsproces: trek de zuigers volledig terug in de remklauw, met behulp van een geschikt gereedschap (zoals een zuigertang) en vul vervolgens de remvloeistof bij, volgens de aanbevelingen van de fabrikant.
20. Sluit de dop van het remvloeistofreservoir.
21. Pas bij draaiende motor een sterke druk uit op het rempedaal van het voertuig en controleer dat er geen sprake is van vloeistoflekken uit de remklauw of van abnormaal drukverlies in het circuit; controleer ook of de stoplichten gaan branden.
GEVAAR! Als er uit de remklauw vloeistof lekt, herhaal dan alle in dit document beschreven stappen om de oorzaak te bepalen en het probleem te verhelpen.
22. Plaats het wiel terug.
Algemene en veiligheidsinformatie
Dit product van Brembo is ontworpen om te voldoen aan alle toepasselijke veiligheidsnormen. De producten zijn niet bedoeld om gebruikt te worden op een andere manier dan het specifieke gebruik waarvoor ze zijn ontworpen en geproduceerd. Gebruik voor enig ander doel, of enige wijziging van of geknoei met het product kan van invloed zijn op de prestaties van het product en kunnen het product onveilig maken.
Dergelijke wijzigingen of een oneigenlijk gebruik maken de beperkte garantie ongeldig en kunnen de persoon die het product gebruikt aansprakelijk stellen voor lichamelijk letsel of materiële schade aan anderen.
In deze instructies betekent de waarschuwing “GEVAAR!” dat procedures die niet worden nageleefd met een hoge mate van waarschijnlijkheid ernstig of zelfs dodelijk letsel zullen veroorzaken. “OPGELET”” betekent dat niet-nageleefde procedures kunnen resulteren in fysieke schade, terwijl “WAARSCHUWING!” betekent dat procedures die niet worden nageleefd mogelijke schade aan het voertuig kunnen veroorzaken.
GEVAAR!
Voordat de vervanging wordt gestart, moet gecontroleerd worden of de reserveonderdelen geschikt zijn voor het merk en model van het voertuig. Dit product is van vitaal belang voor de veilige werking van het voertuig waarop het wordt geïnstalleerd en mag uitsluitend geïnstalleerd worden door een vakbekwaam, gekwalificeerd persoon die is opgeleid en/of ervaring heeft met de installatie en het beoogde gebruik van het product.
De installateur moet beschikken over passend professioneel gereedschap en over kennis en ervaring in het uitvoeren van voertuigreparaties. Een verkeerde of onjuiste installatie, ongeacht of deze wordt veroorzaakt door een onnauwkeurige en onvolledige naleving van deze instructies of door andere omstandigheden, maakt de beperkte garantie ongeldig en kan de installateur aansprakelijk stellen in geval van persoonlijk letsel of materiële schade.
Brembo is niet aansprakelijk voor eventuele schade of letsel veroorzaakt aan of door een persoon die een voertuig gebruikt waarop een reserveonderdeel onjuist is geïnstalleerd.
OPGELET!
Vervangen onderdelen moeten in overeenstemming met de wetgeving verwijderd worden.
Het is van vitaal belang dat harde stoten op en/of beschadiging van het product, de onderdelen en componenten ervan worden voorkomen, aangezien dit
afbreuk kan doen aan hun efficiëntie en kan leiden tot
storingen. Indien nodig, moeten eventuele beschadigde onderdelen of componenten vervangen worden. Om letsel te voorkomen, raden we het volgende aan:
- Gebruik geschikte apparatuur om het inademen van stof dat tijdens de reiniging van de onderdelen vrijkomt, te voorkomen.
- Draag altijd handschoenen tijdens de demontage en montage van componenten met scherpe randen.
- Zorg ervoor dat de huid geen direct contact maakt met het frictiemateriaal van remblokken en remschoenen, omdat dit tot schaafwonden kan leiden.
- Vermijd om uw handen in de zittingen van de remblokken te steken wanneer de zuigers van de remklauw met gebruik van perslucht worden verwijderd, aangezien dit een risico vormt op verplettering van uw handen.
- Vermijd rechtstreeks contact met de remvloeistof aangezien dit irritatie van de huid en ogen kan veroorzaken. In geval van een onbedoeld contact, grondig reinigen in overeenstemming met de instructies van de fabrikant van het voertuig of van de remvloeistof.
- Stel de elektrische componenten niet bloot aan elektrostatische ladingen of aan schokken die de plastic delen kunnen beschadigen.
- Bescherm gedemonteerde elektrische componenten tegen vocht.
- Zorg voor een correcte aansluiting van alle elektrische contacten en controleer of de waarschuwingslampjes gaan branden. Als dat niet het geval is, zou de niet-werking van de waarschuwingslampjes een vermindering van de efficiëntie van het remsysteem of een storing van de signaleringen met betrekking tot het remsysteem kunnen veroorzaken.
WAARSCHUWING!
- Gebruik geen scherp gereedschap voor de montage van rubberen onderdelen omdat dit ze kan beschadigen. Zorg ervoor dat eventuele beschadigde onderdelen worden vervangen.