Reinig de montagevlakken op de beugel van de naaf.
WAARSCHUWING! In geval van nieuwe remblokken moeten de zuigers ingetrokken worden; volg de bij de reserveblokken verstrekte instructies.
1. Gebruik een vochtige doek om het montagegebieden van de remklauwbeugel op het remklauwlichaam te reinigen (uiteinden geleiders, kappen).
OPGELET! Gebruik geen producten die de beschermkappen kunnen beschadigen, zoals nitro-tetrachloorethyleenverdunner, benzine, enz.
2. Reinig het gehele inwendige oppervlak van de kappen, het buitenoppervlak van de geleidebussen en hun zittingen in het remklauwlichaam en smeer ze gelijkmatig in met vet.
3. Plaats het remklauwlichaam (punt 13) en plaats één van de twee geleidebussen (punt 10) in de zitting op de remklauwbeugel (punt 18).
OPGELET! De te plaatsen geleidebus moet degene zijn waarbij de remvloeistoftoevoerleiding niet wordt uitgerekt.
4. In geval van een niet-ingebouwde geleidebus (punt 11) moet een nieuwe schroef (punt 22) gemonteerd en aangescherpt worden.
5. Sluit de remklauw voorzichtig, door het remklauwlichaam (punt 13) rond de gemonteerde geleidebus te draaien.
6. Leid de sonde van de slijtage-indicator (punt 4) door de daarvoor bestemde opening in het remklauwlichaam (punt 13).
OPGELET! Sluit de remklauw voorzichtig en zorg ervoor dat de beschermkappen op de bussen niet beschadigd worden door stoten tegen de steun van de remklauw. Vervang de kappen indien nodig.
WAARSCHUWING! Als er eventueel remblokken met een zelfklevende zijde zijn, let dan op dat er geen contact ontstaat tussen het lichaam en het remblok voordat u de montage van het remklauwlichaam hebt voltooid.
OPGELET! Bij de vervanging van de remklauw op de achterwielen met ophanging en bladveren moet het remklauwlichaam worden teruggeplaatst op de remklauwbeugel, om vervolgens beide geleidebussen terug te plaatsen en twee nieuwe schroeven aan te brengen en aan te scherpen.
10. Scherp aan naar het aanhaalmoment aangegeven in de volgende tabel:
Type |
|
Aanhaalmoment |
Bevestigingsschroef |
(M8 - CH6) |
32÷36 Nm |
Geleidebus met ingebouwde schroef |
(M8 - CH6) |
32÷36 Nm |
Geleidebus met ingebouwde schroef |
(M10 - CH8) |
65÷75 Nm |
GEVAAR! Neem de beschreven volgorde voor aanscherpen in acht; gebeurt dit niet, dan kan de goede werking van de remklauw worden aangetast.
Voor remklauwen met een parkeerrem
1. Gebruik de hendel om de zuiger met de remblokken te monteren.
OPGELET! Voordat de zuiger met de remblokken wordt gemonteerd, moet gecontroleerd worden of de remklauwbeugel, de remblokken en de schijf aanwezig zijn.
OPGELET! De hydraulische werking is alleen toegestaan wanneer de zuiger zich op minder dan 1 mm van de remblokken bevindt.
Voor alle soorten remklauwen
1. In het geval van restkoppelreducerende veren (punt 24) moet de veer onder de plaat (punt 25) van het remblok worden vastgehaakt en moet de onderkant van de plaat op het andere remblok worden gehaakt, met behulp van een schroevendraaier met holle tip.
GEVAAR! Een onjuiste bevestiging van de veer kan ertoe leiden dat de veer open springt.
OPGELET! Neem de correcte montagerichting in acht.
2. Reinig het onderdeel (punt 26) zorgvuldig om ervoor te zorgen dat het op zijn plaats blijft en monteer nieuwe beschermende doppen (punt 27), waarbij hun inwendige oppervlak en de zitting van het remklauwlichaam gesmeerd moeten worden met het vet dat bij de set reserveonderdelen wordt geleverd.
WAARSCHUWING! EUH210 - Veiligheidsinformatieblad verkrijgbaar op verzoek.
WAARSCHUWING! EUH208 - Bevat N-gealkyleerde benzotriazool. Kan een allergische reactie veroorzaken.
3. Draai de beschermende doppen (punt 27) zo dat ze volledig aan de zitting (punt 28) hechten.
Voor remklauwen met een parkeerrem
1. Sluit de slijtage-indicator, indien aanwezig, weer aan op de klem in het voertuig, door hem met een lichte druk te bevestigen op het plaatje aanwezig op de remklauw en in de eventuele bevestigingen op het chassis.
2. Herstel de correcte spanning naar de besturingskabel.
3. Bedien de parkeerremhendel in de cabine van het voertuig herhaaldelijk, tot de normale slag is hersteld
Voor ECS-remklauwen
1. Verwijder de beschermende dop (indien aanwezig) en sluit de voedingskabel (punt 2) aan.
2. Verricht de resetprocedure (controle montage).
3. Reset de tellers, indien nodig, (reset interne tellers) zoals voorgeschreven door de fabrikant van het voertuig.
4. Indien voorgeschreven door de fabrikant van het voertuig, moeten de remblokken worden ingereden.
5. Koppel het diagnose-instrument los (On Board Diagnosis - OBD)
Voor alle soorten remklauwen
1. Plaats het wiel terug.
2. Bedien het rempedaal tot de optimale druk in het systeem wordt hersteld en de kracht en normale slag van het pedaal zijn hersteld.
3. Controleer het remvloeistofpeil in het reservoir en vul zo nodig bij.
4. Sluit de dop van het remvloeistofreservoir.
5. Nieuwe remblokken moeten worden ingereden; volg de aanwijzingen verstrekt bij de vervangende remblokken.
Garantiebeperkingen
Deze garantie dekt alle conformiteitsgebreken die zich binnen twee jaar na de levering van de goederen voordoen. De consument moet de verkoper binnen twee maanden na de datum van ontdekking informeren over het conformiteitsgebrek, onverminderd het feit dat de verjaringstermijn voor het ondernemen van actie gericht op het aanvragen van herstel van het gebrek gelijk is aan zesentwintig maanden na de levering van de goederen. In geval van een conformiteitsgebrek heeft de gebruiker het recht op reparatie of vervanging van de goederen, of een passende prijsvermindering of de beëindiging van het contract, zoals bepaald door art. 130 van het Consumentenrecht, indien van toepassing.
Deze garantie vormt de enige garantie die met betrekking tot dit product wordt verstrekt en vervangt alle andere, zowel mondelinge als schriftelijke garanties.
In het geval zich defecten voordoen, moet de gebruiker:
- op straffe van ongeldigverklaring, de fabrikant en de distributeur binnen zestig dagen schriftelijk op de hoogte stellen; tegelijkertijd moet de gebruiker een beschrijving verstrekken van het defect dat op het product of de geretourneerde onderdelen is vastgesteld, naast een bewijs van aankoop door de originele gebruiker waarop zowel het product als de aankoopdatum worden geïdentificeerd (zowel indien aangeschaft in de detailhandel als wanneer verkocht door een distributeur als onderdeel van de installatie van het product);
- het defect veronderstelde product via de distributieketen verzenden naar Brembo S.p.A., naar de hoofdvestiging in Via Brembo 25 - 24035 Curno (BG) - Italië.
De garantie is niet van toepassing voor:
- schade aan het product die, geheel of gedeeltelijk, is veroorzaakt door een onjuist gebruik, een incident, brand, chemische corrosie, gebruik voor andere dan de voorziene doeleinden, ongeoorloofd gebruik, gebruik op een ander dan het voorziene model, onjuiste installatie, installatie in strijd met de aanwijzingen van de fabrikant, of gebrek aan onderhoud aan het product zoals door de fabrikant voorgeschreven in de verstrekte instructies;
- klachten met betrekking tot het comfort, de aanwezigheid van geluiden, trillingen of stugge rijeigenschappen.
Het product is ontworpen en geproduceerd voor het specifieke model en gebruik aangegeven in de Brembo-catalogus en/of door de Brembo-productdistributeurs, beiden beschikbaar op de website van Brembo (www.brembo.com). Het product moet gebruikt worden in overeenstemming met de wetgeving van kracht in de staten en/of landen waar het voertuig, waarop het product is geïnstalleerd, wordt gebruikt, inclusief, maar niet beperkt tot, de naleving van de voorschriften van de verkeerswetgeving, en na het verkrijgen van een toestemming/goedkeuring, vergunning of licentie die door de staat en/of het land is vereist.
Voor producten die worden verkocht op het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie gelden deze garantiebeperkingen in overeenstemming met de bepalingen van de richtlijn 85/374/EEG van de Raad van 25 juli 1985.
Voor producten die worden verkocht op het grondgebied van de Verenigde Staten gelden deze garantiebeperkingen in overeenstemming met de eventueel toepasselijke federale of staatswetgeving.